Hartmut Rosa schrijft dat we in de moderne tijd ons eigenlijk te veel laten dicteren door snelheid. Hij spreekt zelfs van een totalitair regime van tijd. Hij modelleert zijn gedachtegang in drie perspectieven:
- Die van de tijd als en van invloed op transport in een ruimtelijk perspectief,
- de mensen ofwel de tijd als factor op sociale relaties en
- de tijd als invloed op het productieproces ofwel de objectieve domein.
Of makkelijker gezegd: in het moderne vak van coaching en training lijkt de factor tijd een dwingende en beperkende leidraad te vormen. En meestal – en daar waren wij beiden vroeger zelf ook debat aan – betekent dit dat we, ondanks dat het over mensenwerk ging, productie wilden draaien. Een mooi strak opgelijnd programma met resultaat verplichtende onderdelen. We beloofden dat de resultaten sneller dan bij andere aanpakken zichtbaar waren en wonnen daarmee het vertrouwen. Het komt je vast bekend voor.
Het effect is dat we hiermee van onszelf en van de mensen met wie we werkten, productiemiddelen maakten. Volgens de regels der kunst uitgevoerd en dus niets op aan te merken. Maar waren die vooraf bedachte resultaten eigenlijk wel realistisch of überhaupt wenselijk? En hoeveel onthouden mensen daar eigenlijk werkelijk van, hoeveel impact had het werkelijk? Pas als zowel de lichaam en geest van de cliënten kunnen absorberen wat is aangeboden, heeft veel van het werk wat we doen zin. En dat heeft een eigen tempo en ritme. Meestal begint het trager dan te verduren is om daarna in een ongelofelijke versnelling op een punt uit te komen dat beter en rijker is dan vooraf bedacht kon worden.
In het menskundig begeleiden geef je tijd een totaal andere rol. In deze benadering, een die wij beiden vrijwel altijd toepassen, is alle tijd te nemen om de ruimte te laten ontstaan waarin een ‘eigen scheppingsproces’ kan plaatsvinden. Soms wordt dit ook wel vrije creatieproces genoemd. Het creëren van deze ruimte en tijd beschouwen wij beiden als ons werkelijke ambacht, al het andere zijn technieken en tools die we technisch kunnen inzetten. Dit ambacht vraagt het vermogen om je complete programma los te laten als de situatie (ofwel: de materie in relatie met de ruimte en tijd), daar om vraagt.
Het vraagt om je bereidheid en beschikbaarheid om je cliënten naar een geheel nieuw domein te brengen. Zodat je cliënt uiteindelijk eruit kan halen wat op dat moment mogelijk is.
Uiteraard zijn deze principes in iedere rol van toepassing, ook als je geen begeleider bent.
_______________
Deze tekst is deel een artikel over tijd dat Siets Bakker en Hilbrand Westra schreven voor het Tijdschrift voor begeleidingskunde. Deze tekst is niet opgenomen in de definitieve versie van het artikel maar interessant genoeg om hier als blog te publiceren.